leidenislamblog

Koran 5:51 als aanleiding tot demonstraties in Jakarta Demonstratie op 14 oktober: 'Ahok moet voor de rechtbank verschijnen!' (Bron: Jakarta Post)

Koran 5:51 als aanleiding tot demonstraties in Jakarta

De Indonesische hoofdstad Jakarta heeft sinds 2014 een Chinese protestant als gouverneur. Zal hij deze positie behouden bij de verkiezingen in februari 2017 in een stad waar islamitische milities de dienst proberen uit te maken?

De officiële Indonesische naam van de gouverneur is Basuko Tjahaja Purnama, maar hij wordt in het algemeen Ahok genoemd naar zijn Chinese naam Tjung Ban Hok. Na een lokale carrière als bestuurder op het eiland Belitung, waar veel Chinezen werkten in de Billiton-tinmijnen, werd hij in 2012 nationaal actief. Eerst als vice-gouverneur van Joko Widodo en na diens aantreden als president in 2014, als gouverneur van Jakarta.

In 2017 wil hij herkozen worden. Deze keer zal hij dit echter via een verkiezingscampagne moeten realiseren. Hoe wil hij dat bereiken in Jakarta, de enige stad waar in de Soeharto-tijd (1965-1998) de islamitische partij vaak een meerderheid wist te behalen, waar sterke islamitische milities mogen demonstreren en waar restaurants en nachtclubs kunnen sluiten in de maand Ramadan?

Campagne

Op 27 september 2016 ging Ahok op campagne naar de kleine eilandjes in de baai van Jakarta, waar islamitisch sentiment ook sterk is. In een toespraak zei hij dat er misschien wel 'mensen zouden zijn die niet op hem wilden stemmen, omdat er zijn die ten onrechte Koran 5:51 citeren, waarin staat dat de gelovigen geen bondgenootschap met joden of christenen moeten aangaan.' Dit was maar een onderdeel van een lange toespraak die ook op de website van Ahok kwam te staan. Niets aan de hand voorlopig. Een week later kwam een klein stuk van die toespraak op Facebook, notabene door een zekere Buni Yani, die sinds 2010 stond ingeschreven als promovendus in Leiden. Met behulp van wat knip- en plakwerk zou Ahok nu gezegd hebben dat 'de Koran ten onrechte zegt dat de gelovigen geen bondgenootschap met joden of christenen moeten aangaan.' Dit werd opgepikt door de semi-officiële Majelis Ulama Indonesia (MUI, de raad van islamitische geleerden die in 1975 geïnitieerd is door de staat, maar formeel onafhankelijk is). Ahok corrigeerde dit knipsel, maar bood ook excuses aan en zei dat hij de Koran er buiten had moeten laten.

Te laat

Maar het was al te laat. Op 10 oktober 2016 gaf de MUI een fatwa uit waarin staat dat Ahok wegens blasfemie moet worden veroordeeld. Op 14 oktober organiseerde het Front ter Verdediging van de Islam (Front Pembela Islam (FPI)) voor het stadhuis van Jakarta een eerste demonstratie. Op 4 november werd een grotere locatie gezocht: het gigantische plein van een vierkante kilometer voor het presidentiële paleis. Op 2 december was er een openbaar vrijdaggebed op de twee breedste wegen van de stad: voor Hotel Indonesia, richting het Merdeka-plein.

Niet iedereen doet mee met deze betogingen. President Widodo houdt zich rustig 'zolang deze zaak bij de rechter is'. De twee grootste moslimorganisaties Nahdlatul Ulama (opgericht in 1926) en Muhammadiyah (opgericht in 1912) hebben hun leden verboden om emblemen van de organisatie mee te voeren. Het radicale, meer recent opgerichte FPI trekt echter alles uit de kast om de aanval tegen Ahok te leiden. Boze tongen beweren dat zij, als zo vaak vroeger, zouden zijn omgekocht door rijke en corrupte militairen. In dit geval door SBY, Susilo Bambang Yudhoyono, die van 2004-2014 president was en nu een zoon steunt die gouverneur van Jakarta wil worden, maar die het in populariteit niet haalt bij Ahok.

Religie als politieke zaak

Uit deze debatten en demonstraties blijkt dat religie in Indonesië een publieke en politieke zaak blijft. De amokmakers bouwen hun zaak tegen Ahok op een beschuldiging van blasfemie. Zij mobiliseren een massa die zich geroepen voelt om de ‘pure islam’ te beschermen. Een Indonesische collega schreef over de ‘vrijdagdienst’ op de grote wegen van Jakarta ‘dat dit theater hem deed denken aan de oude grappenmaker en mysticus Nasruddin Hoja, die een ring kwijt was geraakt in huis. Maar hij zocht in zijn tuin en op de openbare weg. Toen men hem vroeg waarom hij niet in huis zocht, zei hij: “In huis is het te donker, maar hier kan ik goed zien en word ik gezien.” Een van mijn vrienden aan een islamitische universiteit schreef op Facebook: 'Het vrijdaggebed op de openbare weg in plaats van in een moskee is bid'ah dus een vernieuwsel en ketterij. Demonstreren na het vrijdaggebed is een bid'ah in het kwadraat’.

Deze zaak laat zien dat het gebruik van een Koranvers in een politieke campagne kan verworden tot munitie in de actuele sociale en politieke verhoudingen in Indonesië. Een christelijke, Chinese gouverneur kan er eenvoudig door in diskrediet gebracht worden. Hoe deze zaak afloopt is nog onbekend. Op 13 december 2016 is, versneld, de rechtszitting tegen Ahok begonnen (formeel onderzoek is gestart op 16 november). Of hij zijn verkiezingscampagne kan voortzetten wordt op zijn vroegst in het voorjaar duidelijk. Wordt vervolgd heeft hier een veelzijdige betekenis.

0 Comments