leidenislamblog

Over wildemannen en wilde manen: het beeld van Koerden in de media

Over wildemannen en wilde manen: het beeld van Koerden in de media

De tegen ISIS strijdende Koerden worden in de media doorgaans afgeschilderd als een krijgshaftig bergvolk wiens vrijgevochten vrouwen de schrik van het slagveld zijn. Dit beeld is oriëntalistisch en onterecht, aldus Femke Groeneveld.

De oorlog tegen ISIS woedt op verschillende fronten in Irak en Syrië, maar met name ook in de Koerdische gebieden van beide landen. Doordat Koerden zo’n prominente rol in de strijd tegen ISIS spelen, besteedt de media relatief veel aandacht aan hen.

Het beeld van Koerden dat naar voren komt is dat van een krijgshaftig bergvolk (de Volkskrant, augustus 2014). Koerdische peshmerga’s (vrij vertaald: “zij die de dood trotseren”) worden – uiteraard niet geheel onterecht – neergezet als dappere strijders die alles geven om de opmars van ISIS te stoppen. De gewetenloze jihadisten van ISIS worden bevochten door heldhaftige “bergstrijders” aldus minister van Buitenlandse Zaken Bert Koenders (NOS Journaal, 06.59 min.). Deze bergstrijders vormen een buffer tegen de extremistische islam van ISIS. Koerdische vrouwen spelen hierbij een belangrijke rol. Zij zijn de schrik van ISIS (Facebookpagina NOS) en worden bovendien geportretteerd als vrij, sexy en stoer.

Het idee dat Koerden een krijgslustig bergvolk zijn, bestaat al minstens een eeuw. Negentiende- en begin twintigste-eeuwse reizigers, missionarissen en officieren die tijdens hun verblijf in de regio voor het eerst kennis maakten met Koerden, schetsten een beeld van trotse en woeste krijgers. Zo omschreef de Britse majoor Edward Noel Koerden in 1920 als “a mountain race, with all the characteristics of mountaineers –love of freedom, violent passions and a clannish feeling of pride.”

Ook nu trekt dit geromantiseerde beeld van de inwoners van Noord-Irak en Noordoost-Syrië mannen in uniform van elders aan. Een heus legertje huurlingen afkomstig uit diverse Europese landen (o.a. Richard en Ron uit Nederland) en de Verenigde Staten heeft zich bij de Koerden gevoegd om samen met hen tegen ISIS te vechten. Op verschillende internetfora wordt er vol lof over deze mannen en de strijd van de Koerden tegen ISIS geschreven.

Toen NPO-verslaggever Jan Eikelboom in oktober 2014 ontdekte dat de Koerdische peshmerga’s zich niet altijd aan de Geneefse Conventie houden en naar buiten bracht dat ook zij zich schuldig maken aan oorlogsmisdaden, kreeg hij de volle laag op Twitter en werd hij door GeenStijl weggezet als iemand die peshmerga’s erbij “naait.” Afshin Ellian reageerde op de kwestie door in Elsevier te stellen dat het logisch is dat Koerden “soms genadeloos zijn.”

Dat Koerden voor de goede zaak vechten verschaft hen echter nog geen engelenstatus. Het beeld van Koerden als woeste wildemannen is overigens evenmin terecht. Dit is een oriëntalistisch beeld gekleurd door een Westers verlangen naar verhalen over het mysterieuze Oosten. Bovendien is het beeld van Koerden als een bergvolk ook behoorlijk achterhaald. De strijd tussen de PKK en de Turkse regering, evenals operatie Al-Anfal in de jaren tachtig, hebben ertoe bijgedragen dat de bergen in Zuidoost-Turkije en Noord-Irak goeddeels zijn ontbost. Met de bomen verdween ook het traditionele bergleven. De meeste Koerden verlieten hun dorpen in de bergen en trokken naar de stad. Het idyllische bergbestaan komt meestal alleen nog tot leven in videoclips en tijdens familie picknicks.

Een ander terugkerend beeld in de media is dat van vrijgevochten en stoere Koerdische vrouwen die met hun mannen meevechten (Marie Claire, september 2014). Ook dit beeld is al heel oud. Zoals de Britse majoor Ely Banister Soane in 1912 schreef: “Many are fine, bold riders, and can handle a rifle, and among the more warlike tribes the women themselves join in the fray.”

Deze vrouwen werden behalve als stoer, destijds ook duidelijk als sexy en mysterieus afgeschilderd. Ook nu wordt er weer op eenzelfde manier over deze vechtende vrouwen met gitzwarte haren (en zwarte nagellak!) geschreven. Het beeld dat het Algemeen Dagblad hiervan schetst, echoot de beschrijving uit 1863 van de Italiaanse reiziger Alessandro de Bianchi:

“The happy appearance of their faces, their dark color, and the light of their eyes reminds us of the wild nymphs of the mountains imagined by poets, […]. Used to a nomadic life from birth, they acquire an indomitable courage very early; on their fast horses they ride up and down the steepest hills; they challenge their husbands in the fastest races; and they follow them and assist them in the heat of battle.”

De beschrijving van De Bianchi en het geschetste beeld in het Algemeen Dagblad geven beide blijk van een oriëntalistisch discours waarin Koerdische vrouwen die meevechten tegen ISIS – of welke andere vijand dan ook – worden neergezet als “badass” amazones; exotische curiositeiten net als Xena Warrior Princess.

Behalve oriëntalistisch – en seksistisch – is dit beeld ook incompleet. Koerden kennen namelijk zowel eerwraak als vrouwenbesnijdenis, beide vormen van vrijheidsbeperking. Hoewel hier steeds vaker afstand van wordt genomen, kun je hier als Koerdische vrouw wel degelijk mee te maken krijgen.

Zowel het beeld van Koerden als ruig bergvolk als dat van Koerdische vrouwen als sexy strijders is dus oriëntalistisch en gedateerd. Beide komen voort uit een meer dan honderd jaar oud discours waarin de Oriënt wordt afgebeeld als ongetemd, geheimzinnig en sensueel. Dit is incorrect en beantwoordt vooral aan een Westers verlangen naar verhalen over nobele strijders en krijgshaftige vrouwen in een ver en woest land.

0 Comments